De ouderenkorting is een zogenaamde heffingskorting voor de inkomstenbelasting. Dat betekent dat men eerst berekent hoeveel u aan inkomstenbelasting moet betalen en vervolgens de heffingskortingen hiervan af haalt. Als er minder belasting verschuldigd is dan het totaal aan heffingskortingen, wordt dat verschil niet uitbetaald. De ouderenkorting, ook wel seniorenkorting genoemd, is bedoeld voor belastingplichtigen van 65 jaar en ouder.
De ouderenkorting 2018 en 2019
In 2018 is er een harde grens voor de ouderenkorting bij een inkomen van € 36.346. Bij een inkomen lager dan dit bedrag is de ouderenkorting € 1.418. Bij een hoger inkomen dan € 36.348 is de ouderenkorting slechts € 72. De ouderenkorting is dan ook niet bedoeld voor senioren met hoge inkomens. In 2019 zal de senioren korting voor hogere inkomens geheel komen te vervallen. Maar is er dan wel een afbouw van een inkomen van € 36.738. De maximale ouderenkorting bedraagt in 2019 € 1.596. Bij een hoger inkomen vermindert de korting met 15% voor het bedrag daarboven. Er is geen minimumbedrag meer, zoals bij de ouderenkorting in 2018 nog wel bestond. In 2019 is er ook een alleenstaande ouderenkorting van € 429.
Moet u de ouderenkorting aanvragen?
De ouderenkorting die ook als premiekorting geldt voor oudere werknemers hoeft u niet speciaal aan te vragen. Net als de algemene heffingskorting berekent de belastingdienst deze automatisch als u een belastingbiljet invult. In de meeste gevallen zult u verplicht een biljet moeten invullen indien u naast een AOW-uitkering ook nog andere inkomsten heeft. Als u geen aangiftebiljet ontvangt en vermoedt dat u eventueel een extra voordeel zou kunnen hebben van de ouderenkorting kunt u een voorlopige berekening maken op de website van de belastingdienst. Uiteraard kunt u ook informatie krijgen bij belastingadviseurs. Eventueel is dit advies soms gratis als het bijvoorbeeld via een ouderenvereniging loopt.
Het berekenen van de ouderenkorting
De ouderenkorting is gekoppeld aan uw verzamelinkomen. Dat betekent dat het dus niet alleen gaat om uw inkomsten uit pensioen en werk. Ook inkomsten uit box 3 tellen mee. In deze box wordt uw vermogen, waaronder spaarrekeningen en dergelijke, belast. Behalve de inkomsten in de boxen 1 tot en met 3 wordt u verzamelinkomen ook bepaald door aftrekposten. Hierbij denkt u bijvoorbeeld aan de aftrek van hypotheekrente, maar ook aftrekbare buitengewone lasten, zoals ziektekosten en aftrekbare giften aan ANBI-instellingen. Als u gaat berekenen of u in aanmerking komt voor de ouderenkorting, dient u ook rekening te houden met deze zaken.
Wat is de achtergrond van de ouderenkorting?
Sinds het aantreden van de kabinetten Rutte was het bij lastenverlichting altijd de bedoeling dat vooral werkenden hiervan zouden profiteren. Via zaken als de arbeidskorting werd dit gerealiseerd door belastingmaatregelen. Maar omdat weinig ouderen nog werken ontstond er een onevenwichtigheid in koopkracht. Het bruto-inkomen van ouderen is immers vaak gekoppeld aan de salarissen die werknemers ontvangen. Omdat werkenden extra netto voordelen via de belastingheffing tegemoet konden zien, bleven ouderen hierbij achter. De ouderenkorting was en is bedoeld om die effecten voor met name ouderen met een laag inkomen te beperken. Ook de ouderenkorting 20019 biedt alleen ouderen met een minder hoog inkomen voordeel.
Tips om van ouderenkorting te profiteren
Om de ouderenkorting te krijgen zijn er maar twee voorwaarden :
- U moet in het betreffende belastingjaar 65 jaar of ouder zijn.
- Uw verzamelinkomen moet onder de grens zitten.
De grens in 2018 is erg strak. Een verschil van 1 euro in uw verzamelinkomen kan al een verschil maken van bijna € 1.400 belastingvoordeel. Het is dus erg belangrijk om de mogelijkheden te onderzoeken als uw verzamelinkomen deze grens van € 36.348 in 2018 zou gaan benaderen. Er zijn een aantal tips om te voorkomen dat u de ouderenkorting zou kunnen kwijtraken.
Lees ook: Welke vaste lasten hebben ouderen en hoe kunt u besparen?
Bijverdiensten
Als u naast uw pensioeninkomsten ook nog bijverdiensten heeft, is het zeer verstandig om in 2018 tijdig te beoordelen in hoeverre u hiermee de ‘kritische’ grens zou kunnen overschrijden. Uiteraard is het niet de bedoeling dat u een prettige manier van tijdverdrijf en extra sociale contacten zou moeten opgeven voor een fiscale maatregel. Maar het zou bijzonder onplezierig zijn als uw bijverdienste er de oorzaak van zou zijn dat u door een geringe overschrijding van het maximum de ouderenkorting zou mislopen.
Schuiven met inkomsten
Als u een fiscale partner heeft is het wellicht mogelijk om te schuiven met inkomsten om de senioren korting te verkrijgen als één van de partners boven de grens van het verzamelinkomen zit.
Uiteraard mag u niet onbeperkt schuiven met inkomsten, dit is beperkt tot een aantal posten. Zo mag u bijvoorbeeld zelf bepalen bij welke partner de aftrek van hypotheekrente wordt verrekend. Op dat punt zijn er geen voorwaarden op beperkingen. Als belastingplichtige mag u volledig bepalen hoe de verdeling plaatsvindt op de voor u meest voordelige manier.
Hetzelfde geldt voor de inkomsten uit box 3 of te wel uw inkomsten uit vermogen. Ongeacht of u op huwelijkse voorwaarden of in gemeenschap van goederen bent getrouwd, mag u ieder jaar weer bepalen hoe u deze inkomsten over de partners wilt verdelen. Dit kan, evenals het schuiven met de hypotheekrenteaftrek, een uitstekend hulpmiddel zijn om alsnog de ouderenkorting te kunnen verkrijgen.
Schenkingen aan ANBI-instellingen
Met het doen van schenkingen aan ANBI-instellingen kunt u ook uw verzamelinkomen verlagen. Maar dit is een kwestie van maatwerk. In de eerste plaats moet u er rekening mee houden dan de giftenaftrek voor dergelijke schenking een drempel kent van 1% van uw inkomen. Dit deel van de schenking heeft dus geen invloed op uw verzamelinkomen. Daartegenover staat dat u ook via de notaris een periodieke schenking kunt doen aan een ANBII- instelling voor minstens 5 jaar. Dit bedrag is dan volledig aftrekbaar van uw verzamelinkomen in het jaar van toekenning.
Mocht u als oudere vrijwilligerswerk doen bij een ANBI-instelling kunt u ook eens gaan overleggen over een onbelaste vergoeding, die u meteen terug schenkt. Dit bedrag kan tot maximaal € 1.500 onder de giftenaftrek worden verantwoord.