Een kunstknie kan uitkomst bieden voor mensen die door een versleten of invaliderend kniegewricht veel pijn en ongemakken ervaren. De knieprothese kan er in dit soort gevallen voor zorgen dat een patiënt na de operatie weer pijnvrij is en actief kan leven. Meer dan 90% van de mensen die deze ingreep ondergaan, hebben na het plaatsen ervan een verbeterde bewegelijkheid. Ook sociaal gezien is het een enorme winst en ben je vaak weer tot alles toe in staat.
De prothese is dan ook een waar succesverhaal en wordt door chirurgen in vrijwel alle ziekenhuizen toegepast. Het plaatsen van een heupprothese wordt weliswaar beschouwd als de meest succesvolle operatie, maar de knieprothese maakt een flinke inhaalslag. Er zullen daarom in de toekomst nog veel meer van dit soort operaties worden uitgevoerd door chirurgen over de hele wereld.
Maar hoe gaat het plaatsen van een prothese voor je knie in zijn werk? Wanneer kies je ervoor? En wat voor risico’s zijn eraan verbonden? We gaan je in dit artikel antwoord geven op de 10 meest voorkomende vragen, waar je nu mogelijk mee zit en waar je graag opheldering over wilt krijgen.
1. Hoe ontstaat knieslijtage?
Knieslijtage heeft te maken met het verminderen of ontbreken van kraakbeen in het kniegewricht. Het kraakbeen zorgt ervoor dat de botdelen van het bovenbeen en scheenbeen goed op elkaar passen. Een stevig kapsel houdt de botdelen op zijn plaats. Een gezond kniegewricht kan 140 graden buigen.
De slijtage van dit kraakbeen komt onder 55 plussers bij 1 op de 5 mensen voor. Meer bij vrouwen dan bij mannen. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de verschillen tussen mannen en vrouwen, of door bepaalde omstandigheden. Knieslijtage wordt in dit geval primaire artrose genoemd.
Naast ouderdom kunnen ook andere oorzaken ten grondslag liggen bij knieslijtage. Dit kan komen door bv. verkeerde stand van de botten (x of o benen), reuma en breuken (of gescheurde kruisbanden). In dat geval praten we over secundaire artrose.
2. Knieklachten behandelen met injecties?
Bij lichte slijtage en klachten kan er eerst gekozen worden voor een injectie in het kniegewricht. De meest bekende hiervoor zijn die met corticosteroïden en hyaluronzuur, maar er bestaat ook een nieuwe prik namelijk ACP (plaatjes rijk plasma).
Een belangrijk bestandsdeel van het vocht in de knie is hyaluronzuur. Bij slijtage neemt dit echter af. Door een injectie met hyaluronzuur kan de smering worden verbeterd en kunnen klachten afnemen. Wanneer het aanslaat, heeft dit in de meeste gevallen echter wel een gering effect.
De injectie met corticosteroïden is bedoeld om de ontsteking te remmen. Bij gebleken effect kan het resultaat aanhouden tussen de 4 en 6 weken. De injectie werkt bij ongeveer 40% van de patiënten, het is alleen niet heel goed voor je lichaam en wordt daarom ook vaak afgeraden.
De ACP injectie blijkt echter bij ongeveer 70% van de patiënten te werken. Het is daarom de beste methode (in vergelijking met de andere injecties) van dit moment. Het effect houdt tussen de 6 en 12 maanden aan. Doordat dit een vrij nieuwe methode is, wordt het niet door alle zorgverzekeraars vergoed op dit moment. Maar er kan natuurlijk altijd worden gekozen om een deel zelf bij te betalen voor deze prik, wanneer het veel baat heeft.
3. Hoe werkt het plaatsen van een kunstknie?
Wanneer prikken niet meer werken, of de slijtage ver gevorderd is zal het uiteindelijk toch noodzakelijk zijn een knieprothese te plaatsen. Dit kan met een gedeeltelijke prothese (unicondyclaire) of volledige nieuwe knieprothese.
Tijdens de 1 tot 2 uur durende operatie, verwijderd de chirurg al het beschadigde kraakbeen uit het kniegewricht. Daarna worden de versleten botuiteinden op maat gemaakt voor de knieprothese. De 2 metalen delen worden op het boven- en onderbeen geplaatst met daartussen een kunststof laag die ervoor zorgt dat alles soepel en pijnloos gaat bewegen. In sommige gevallen wordt ook de knieschijf vervangen, maar meestal is dit niet nodig.
De operatie gebeurd meestal onder plaatselijke verdoving d.m.v een ruggeprik. In sommige gevallen wordt er gebruik gemaakt van narcose. Het voordeel van een plaatselijke verdoving is dat het revalidatieproces sneller kan starten.
4. Een gedeeltelijk of compleet nieuwe kunstknie?
In 90% van alle gevallen wordt er een volledige knieprothese geplaatst. Soms is alleen de binnenkant van het kniegewricht beschadigd en kan er voor een halve knieprothese worden gekozen (unicondycalire). Hierbij wordt alleen het kraakbeen vervangen en blijft het eigen kniegewricht verder intact, waardoor de patiënt sneller herstelt en op een natuurlijkere manier de knie kan blijven bewegen. Voorwaarde is wel dat de kruisbanden van de knie nog uitstekend functioneren.
5. Past een knieprothese altijd perfect?
Knieprotheses zijn er in alle soorten en maten. Daarbij zal de arts deze perfect passend maken voor elk individueel geval. Met de nieuwe technieken kan dit steeds nauwkeuriger en dus voor elk geval op de correcte manier worden geplaatst.
6. Welke knieprothese is het beste?
Alle knieprotheses die in Nederland worden gebruikt zijn van uitstekende kwaliteit. Er wordt verder gekeken naar de persoonlijke situatie, leefstijl en oorzaken van de slijtage om te bepalen welke prothese het beste is. In het LROI (een databank van alle knie- en heupprotheses) worden alle gegevens bijgehouden van protheses en complicaties die hierbij eventueel optreden. De chirurg plaatst dan ook altijd de prothese die op de lange termijn het beste resultaat geeft.
7. Hoe lang blijf je na de operatie in het ziekenhuis?
Ongeveer 3 tot 6 dagen. Wanneer je de knie voor 90 graden kunt buigen en je zelfstandig in de auto kunt stappen en naar de wc kan gaan. De wond moet ook genezen zijn.
8. Zijn er ook risico’s aan verbonden?
De operatie wordt veel uitgevoerd en er treden in de meeste gevallen nauwelijks complicaties op, maar er zijn wel (in verhouding tot vergelijkbare operaties) altijd bepaalde risico’s. Zo kunnen er blauwe plekken, zwellingen of trombose ontstaan. Ook lichte bewegingsbeperking en lichte infecties kunnen heel soms voorkomen. Wanneer de knie te zwaar wordt belast (teveel rennen, lopen, hurken of traplopen), dan kan de prothese losraken. In dat geval zal er een hersteloperatie moeten plaatsvinden.
9. Hoe ziet de revalidatie eruit na de operatie?
Het doel van de revalidatie is dat je snel weer op de been bent. In bepaalde klinieken hebben ze hier zelfs het zogeheten “Rapid Recovery” voor, wat betekent dat snelle mobilisatie zal leiden tot sneller herstel. Sommige mensen zijn in het begin een beetje bang het kniegewricht te belasten en wellicht beschadigden, maar deze gedachte is onterecht. Het is juist goed om zo snel mogelijk weer op de been te zijn , met de nieuwe knieprothese.
De eerste revalidatie in het ziekenhuis
Je krijgt hierbij hulp van een fysiotherapeut. Die leert hoe je het beste in en uit een stoel of bed kunt komen, of hoe jij het beste kan zitten en liggen hierin. Samen zal er ook geoefend worden met krukken voor het lopen. De knie kan overigens nog wel tot een half jaar warm aanvoelen, doordat je lichaam moet wennen aan de “onbekende” materialen die worden gebruikt. Je kan dit wel verhelpen. Door de knie 3 keer per dag ongeveer 15 tot 20 minuten te koelen zal de pijn en warmte afnemen.
Revalidatieproces na thuiskomst
Na ontslag uit het ziekenhuis en thuiskomst heb je 2 tot 4 weken hulp nodig met de dagelijkse dingen zoals boodschappen, huishoudelijke taken en persoonlijke verzorging. Wanneer dit niet geregeld kan worden, bestaat er ook de mogelijkheid te revalideren in een verzorgingstehuis.
Het volledige herstelproces
Je zal de eerste 6 weken met 2 krukken lopen, daarna nog ongeveer 2 weken met 1 kruk. Vaak wordt snel na de operatie gestart met rustig fietsen op een hometrainer. Wel eerst onder begeleiding van een fysiotherapeut.
Gedurende 3 maanden lang zal je ook 2 keer per week oefeningen gaan doen met een fysiotherapeut voor het herstel. In totaal zal je herstel ongeveer 3 tot 6 maanden duren.
Na ruim 1 tot 1,5 jaar ben je volledig hersteld en weet je pas precies wat het resultaat van de operatie is. Een knieprothese kan de natuurlijke beweging van de knie nooit helemaal evenaren, in tegenstelling tot een kunstheup waarbij dit meestal wel het geval is.
Het doel is wel weer om volledig goed en pijnvrij te functioneren. Het hang er ook vanaf hoe goed het kniegewricht was voor de operatie, het streven is in ieder geval een buiging van de knie te kunnen maken van meer dan 90 graden.
10. Duurzaamheid van een knieprothese
In 95% van alle gevallen functioneert de knieprothese na 10 jaar nog goed. Na 15 jaar is dit in 90% van de gevallen nog zo. En na 20 jaar gaat dit om een percentage van ongeveer 85%, langer is nog niet bekend omdat knieprotheses nu zo’n 25 jaar op de markt zijn. De duurzaamheid van kunstknieën is dus zeer goed te noemen.
Conclusie
De plaatsing van een knieprothese komt vaak voor en kent weinig tot geen complicaties. Het herstel neemt de nodige tijd in beslag, maar zal in de meeste gevallen goed verlopen. Na je herstel kan je weer alles doen en lange tijd genieten van de kunstknie, zonder dat er problemen ontstaan.