Investeren in een camper voor goedkopere vakanties

Jaarlijks op vakantie gaan loopt aardig in de papieren, zeker als je je niet tot Nederland wilt beperken. Bovendien houdt niet iedereen van vliegen en alles wat daarbij komt kijken, afgezien van de milieutechnische bezwaren. Investeren in een camper biedt veel voordelen, zeker op de lange termijn.

Vaak van huis

Veel mensen die de pensioengerechtigde leeftijd bereiken en veel vrije tijd in het vooruitzicht hebben, schaffen een camper aan. Een behoorlijke aankoop, dat zeker. Maar in de toekomst scheelt het (jaarlijks of vaker) veel reis- en verblijfkosten. Een eigen huisje op wielen biedt bovendien een vertrouwde plek in een omgeving die soms overweldigend kan zijn, zoals de bergen in Schotland of de imposante bruggen in Scandinavië. Je weet zelf wel of de aanschaf mogelijk is. Wie zijn leven lang hard gewerkt en/of gezorgd heeft, mag zichzelf best trakteren.

Kosten

Campers zijn te koop vanaf ongeveer 15.000 euro, maar wie weet is er wat spaargeld beschikbaar, of heb je een bonus gekregen. Geld lenen is ook een optie. Er zijn zelfs mensen die kleiner gaan wonen omdat ze met die camper toch vaak van huis zullen zijn. Het blijft niet alleen bij de aanschafprijs, er komen allerlei kosten bovenop. Reparaties, verbouwing, verzekering, brandstof, campings en tol. Maar dan nog steeds zal de camper zichzelf langzaam terugverdienen omdat de al genoemde vakantiekosten voortaan niet aan de orde zijn. Het verschil met de kosten van een hotelvakantie is nog groter.

Vrijheid, dat is pas onbetaalbaar

Je geniet van de mogelijkheid om meer spullen mee te nemen. Veel boodschappen kunnen alvast thuis gedaan worden terwijl je in een vakantiehuisje alles ‘opnieuw’ moet aanschaffen: olie, peper, zout, afwasmiddel; allemaal standaardboodschappen die je al in je eigen camper hebt staan. Grofweg is een camper niet zo onbetaalbaar als de vrijheid die je tegemoet rijdt.

Gaan en staan…

We kennen allemaal die uitdrukking, de belangrijkste reden om een camper te hebben: gaan en staan waar je wilt. Hele winters lang in Spanje vertoeven, het knalgroene Italië verkennen zolang je daar zin in hebt en ter afwisseling een keer richting het noorden rijden om van het verrassende Denemarken te genieten. Ze mogen dit gekscherend ‘je ouwe dag’ noemen, je maakt op reis minstens zo veel mee als andere, jongere vakantiegangers. Zelfs als je niet al te ver rijdt, omdat eenmaal over de Nederlandse grens Europa al allerlei verrassende geheimen prijsgeeft. Stel je voor: je gaat op pad, zoekt een leuke camping uit en geniet van de rust, natuur en een goed glas lokale wijn. Je doet alles in je eigen tempo en je weet niet waar je morgen naartoe rijdt. Dat zie je dan wel weer. Heerlijk toch?