Steeds vaker zijn de pensioenfondsen in Nederland negatief in het nieuws. In het algemeen gaat het dan om de daling van de dekkingsgraad. Bijna alle pensioenfondsen hebben hiermee te kampen. Maar het wordt maar zelden uitgelegd wat het probleem precies is en hoe het is ontstaan.
Wat is een pensioenfonds?
Eigenlijk is een pensioenfonds niet meer of minder dan een grote ‘spaarpot’ waar grote groepen werknemers hun pensioenpremie in stoppen. Die premies worden door de specialisten van het fonds (voorzichtig) belegd zodat er op pensioenleeftijd hopelijk een goed pensioen kan worden betaald. Omdat het natuurlijk niet individueel kan worden bepaald hoeveel jaren iemand van zijn pensioen zal kunnen genieten, wordt gewerkt met statistische gegevens. Door het zorgvuldig bijhouden van geboorte- en sterfdata van alle Nederlanders kan worden bepaald hoe oud we gemiddeld worden. Een pensioenfonds is er dan ook op gebaseerd dat men uitgaat van een gemiddeld aantal jaren dat de deelnemers kunnen genieten van hun pensioenuitkering. De één wordt 100 en de ander haalt helaas de pensioendatum niet.
Daarnaast moet een pensioenfonds ook inschatten hoeveel ze kunnen verdienen met de pensioenpot die ze beheren. Als u zelf spaart of belegt weet u dat het ieder jaar anders kan lopen.
Lees ook: Wat krijgt een Nederlander gemiddeld aan pensioen?
De levensverwachting wordt steeds hoger
Vlak na de Tweede Wereldoorlog was de gemiddelde levensverwachting voor een Nederlander een paar jaar meer dan 65. Een pensioenuitkering duurde dan ook (gemiddeld) vaak niet erg lang. Inmiddels mag u daar bijna 20 jaar bij optellen, door verbeterde zorg en omdat we gewoon gezonder leven. Natuurlijk is er bij het berekenen van de pensioenen rekening gehouden met deze trend. Het is iets dat al tientallen jaren gebeurt, maar de snelheid waarmee het is gebeurd heeft de specialisten verrast. En pensioenfondsen hebben door hun omvang, net als grote schepen, erg veel tijd nodig om van koers te wijzigen.
De kredietcrisis
Tot het jaar 2008 waren er in het algemeen vooral positieve berichten op de beleggingen van de pensioenfondsen. Deze rendeerden vaak zo goed dat de pensioenuitkeringen soms zelfs met meer werden verhoogd dan de inflatie. In 2008 stortte de financiële wereld bijna in en verloren beleggers en ook pensioenfondsen enorme kapitalen. Daarna werden er vele maatregelen getroffen om te voorkomen dat de wereld in een diepe recessie terecht zou komen. Daarom is de spaarrente ook bewust zo laag gehouden door overheidsingrijpen. De pensioenfondsen kunnen hierdoor ook al jarenlang veel minder eenvoudig geld verdienen met de spaarpot die ze hebben voor de deelnemers. Ook voor de nabije toekomst lijkt daar weinig in te veranderen.
De dekkingsgraad
De dekkingsgraad van een pensioenfonds geeft in procenten aan in hoeverre het fonds in staat zal zijn om alle pensioenen uit te keren die ze heeft toegezegd. Natuurlijk zit hierin een groot schattingselement. Niemand weet zeker hoe het loopt met de levensverwachting in de toekomst. Ook is het niet eenvoudig om te voorspellen hoe het zal gaan lopen met de opbrengsten. Deze beide zaken worden ingeschat om het percentage te bepalen. Er wordt gestreefd naar een percentage van 105%.