Bijna elke wijn heeft wel iets bijzonders. Dat kan liggen aan de smaak van de wijn, het land waar de wijn vandaan komt of de stijl van de wijn. U kunt de wijnsoorten onderverdelen in droog, zoet, halfdroog en mousserend. Maar wanneer u gaat kijken naar het smaakprofiel van wijnen, is er nog veel meer mogelijk. Zwoel, krachtig, rond, vol, fruitig, fris, strak, filmend en ga zo maar door. Deze onderverdeling van wijnsoorten is enorm breed. Zo kunt u kijken naar een bepaalde stijl van een druivenras in een land of juist alleen kijken naar een specifiek gebied.
De wijnsoorten van Valpolicella
Een voorbeeld van verschillende wijnsoorten binnen één gebied, vinden we in het Italiaanse Valpolicella in Veneto. Daar komen de beroemde wijnen Recioto, Ripasso en Amarone vandaan.
Recioto is een vrij sterke en zoete wijn van ingedroogde druiven en een echte specialiteit van Veneto.
Indrogen van druiven
Amarone della Valpolicella is de meest exclusieve droge wijn uit het rijtje. De wijn wordt ook gemaakt van ingedroogde druiven. Voor 45% tot 95% is dat de druif Corvina Veronese met daarnaast onder meer Corvinone en Rondinella. Het indrogen van de druiven duurt zo’n honderd dagen. Dit gebeurt vaak in speciale droogruimtes. Het resultaat is een rijke, droge wijn met veel smaak, omdat het water in de druif voor een groot deel verdampt en het sap geconcentreerder wordt.
Valpolicella Ripasso ondergaat een tweede gisting. Ripasso betekent dan ook zoiets als ‘opnieuw passeren’. Aan de basiswijn, die bestaat uit de “gewone” Valpolicella wijn van de bovengenoemde druivenrassen, worden de ongeperste druivenschillen toegevoegd die over zijn van de Amarone. Vervolgens komt er een tweede vergisting op gang en worden er nog meer tannines uit de druiven onttrokken. Een Ripasso is in vergelijking met een gewone Valpolicella zwaarder, voller en smaakrijker en bevat vaak ook meer alcohol.
Typisch Oostenrijk
Andere wijnen zijn juist weer zo kenmerkend voor een heel land, dat het als de nationale wijnsoort wordt gezien. Een goed voorbeeld hiervan is Oostenrijkse wijn. De druif Grüner Veltliner is de nationale trots van het land en een derde van alle wijngaarden in Oostenrijk staat aangeplant met deze druif. Buiten Oostenrijk zult u Grüner Veltliner ook niet vaak zien. Ondanks dat de wijnen van één druivenras gemaakt worden, kunnen de wijnen wel divers zijn. Vaak kennen ze allemaal wel het typische peperkorreltje in het aromapalet. Het zijn witte wijnen die vaak jong gedronken worden, maar soms kunnen ze ook prima ouderen. Het leuke van Grüner Veltliner, is dat de druif steeds meer bekendheid geniet en ook steeds meer restaurants wijnen van deze Oostenrijkse trots op de kaart zetten.